In het onderzoek Goed Geld Verdienen staat de volgende vraag centraal:
Hoe creëren cooperaties and steward-owned bedrijven met een maatschappelijke purpose ecologische, sociale en participatieve (post-groei) waarde in Nederland?
Steeds meer bedrijven kiezen voor een maatschappelijke purpose en streven naar meervoudige waardecreatie. Echter zonder een passende eigendomstructuur bestaat het risico dat dit opgeofferd wordt ten behoeve van winst. Een potentiëel beschermingsmechanisme kan geboden worden door een eigendomstructuur waarbij de zeggenschap niet in handen is van externe investeerders, zoals bij coöperaties en steward-owned bedrijven. Daarom exploreren we hoe coöperaties en stward-owned bedrijven met een maatschappelijke purpose post-groei waarde creëren in Nederland. Dit doen we in samenwerking met onze partners: Wageningen University & Research, Nationale Cooperatieve Raad, We Are Stewards, Bord&Stift and Economy for the Common Good.
Dit hebben we gedaan door zes case-studies te maken van cooperaties en steward-owned bedrijven, met een maatschappelijke purpose. Om te bepalen wat post-groei waardecreatie is in een bedrijfscontext maken we gebruik van de Common Good Matrix van Economy for the Common Good. Op basis van deze matrix zijn de interviewvragen opgesteld en hebben we deskresearch gedaan. Dit heeft 63 best-practices op het gebied van post-groei waardecreatie opgeleverd, 30 in sociale waarde, 17 in ecologische waarde en 16 in participatieve waarde.
Bij sociale waarde zijn concrete voorbeelden van lange-termijn en persoonlijke relaties met leveranciers, tot winst wordt voornamelijk geherinvesteerd in het bedrijf tot het bouwen van een gemeenschap van vrijwilligers. Bij ecologische waarde zijn er voorbeelden van het prioriteren van een sustainability boven een business case, investeren in biodiversiteit en het accepteren van de natuur zoals deze is. Bij participatieve waarden zijn er voorbeelden als zelf-organiserende bedrijfsstructuur, medezeggenschap voor klanten en bijdrage aan kennis in de samenleving.