Junior-onderzoeker Wet- en Regelgeving
Marit studeerde Antropologie en Ontwikkelingsstudies en heeft een Communicatieachtergrond. Ze houdt zich bezig met thema’s rondom (on)gelijkwaardigheid en (on)rechtvaardigheid.
Expertise
Als antropoloog richt Marit zich op de relatie tussen mensen en hun materiële omgeving, en natuur-mens- en water-mensrelaties. Ook is Marit communicatiekenner. Ze is geïnteresseerd in taal en wat bepaalde (keuzes in) woorden doen met de betekenis. Ze is vooral getraind in kwalitatief onderzoek, zoals semigestructureerde/ongestructureerde interviews en etnografie.
Onderzoek
In eerdere projecten onderzocht Marit de betrokkenheid bij de klimaatbeweging en waterschaarste in twee beken op de Veluwe en wat dat doet met inwoners.
Momenteel bestudeert ze waterkwaliteit vanuit een antropologisch-juridische perspectief. Dit vierjarige onderzoek is opgeknipt in aandachtsgebieden. Het eerste jaar richt zich op hoe waterprofessionals de wet- en regelgeving rondom waterkwaliteit interpreteren en toepassen. Hoe begrijpt men ‘waterkwaliteit’? En in hoeverre ervaart men agency en bewegingsruimte? Dit leidt tot een beter begrip van welke diverse stromingen er bestaan binnen de watersector betreffende waterkwaliteit.
De tweede fase kijkt naar de perceptie van een lokale gemeenschap van een nog te determineren casus. Hoe ervaren zij waterkwaliteit in hun omgeving en hoe begrijpen zij hun rechten? Kennen zij de weg in het rechtssysteem? Fase drie onderzoekt de niet-menselijke lokale bevolking, oftewel: de more-than-human. Hoe worden zij vertegenwoordigd in wetgeving? En in welke mate worden hun belangen effectief behartigd? Tenslotte kijkt fase vier praktisch: hoe kunnen we de inzichten omzetten in een bruikbaar instrumentarium voor beleidsmakers en juristen? In deze ontwerpfase ontwikkelt ze graag samen met de lokale bevolking. Daarin hoopt Marit ook designers, kunstenaars en more-than-human vertolkers te betrekken.
Geïnteresseerd? Neem vooral contact op.
Loopbaan
Voor haar masterthesis onderzocht Marit het buitengebied van Epe (afgeleid van het Germaanse Apa, wat waterloop betekent). Het groene Veluwse dorp dankt biodiversiteit aan een grondwaterovervloed. Tegenwoordig is die rijkdom minder vanzelfsprekend. Het nieuwe tekort doet beken droogvallen. Beleidskeuzes beïnvloeden de intieme relatie tussen (menselijke en niet-menselijke) inwoner en materiële, ‘natuurlijke’ omgeving. Via gesprekken met inwoners bleken de beken een fundamentele rol in het bekendal te spelen, waar variërende verwachtingen en belangen in/op geprojecteerd worden. Het onderzoek resulteerde in een caleidoscopische weergaven van perspectieven op een duurzaam en inclusief water’beleid’. Caleidoscopisch, omdat een perspectief in theorie klopt, maar een persoon in de werkelijkheid zich niet per se houdt aan de kaders van het perspectief en perspectieven zogezegd met elkaar interacteren. Om beleid duurzaam en inclusief te maken, moeten deze perspectieven in ogenschouw genomen worden.
Voor het onderzoek onderhoudt Marit ook contacten met waterschappen, de Radboud Universiteit (Antropologie en Ontwikkelingsstudies en Centre for Connecting Humans and Nature) en andere spelers in de watersector.
Sleutelconcepten: Procedural justice; Access to Justice; Environmetnal Justice; Rights to Nature; Water-human relationships; Nature-human relationships; (Post-)Materialism & Ontological turn; Arts-based methods; Sensory methods
Marit Jansen over een duurzame toekomst:
Laten we de interafhankelijkheid tussen mens en omgeving op waarde schatten en voorgestelde contradicties bevragen
Nevenfuncties
Junior Onderzoeker bij Radboud Universiteit